bah
- bah
- In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van afkeer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
bah
- een uitroep die afkeuring over iets vies of ontoepasselijks uitdrukt
- Bah, je eet toch niet van de vloer?
1. een uitroep die afkeuring over iets vies of ontoepasselijks uitdrukt
- Het woord bah staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bah" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "bah" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- bah
Naar frequentie | 21994 |
---|
bah
- bah in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
bah