• get·ver

getver

  1. (krachtterm) ingehouden vloek die aangeeft dat je iets heel smerig vindt
     Aan tafel voor de zondagse maaltijd. Met een glaasje wijn. Een duik van de echtgenoot op zijn glas: „Getver, een fruitvliegje in mijn glas.” Onmiddellijk een duik aan de overkant van de tafel op de schaal met vlees: „Getver, een varken op tafel.”[2]
     'Ik vind dit echt vies op het brood. Getver! Wat is dit?'[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Elly van der Eijk-van Gaalen
    “Het varken” (8 juli 2020) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Theodor Holman
    “ (1 december 2011) op parool.nl