gadver
- gad·ver
- (verkorting) van gadverdamme, een bastaardvloek van godverdomme
gadver
- (krachtterm) om walging uit te drukken
- ▸ Ik hoor weleens mensen die zeggen: ‘Oh kon ik nog maar 18 zijn.’ Dan denk ik altijd: Gadver! Ik moet er niet aan denken: wéér liefdesverdriet, wéér onzekerheid.”[1]
- ▸ Aangekomen op de bovenste tree kusten ze allemaal een glazen raampje waaronder – las ik later op Wikipedia – een druppel bloed van Jezus zou liggen. „Gadver”, zei mijn oudste. „Er hoeft er maar één een koortslip te hebben...”[2]
- ▸ Zij is nuchter en vrijgevochten als een hedendaagse dochter die 'gadver, nee' zegt als haar stiefvader ter sprake komt.[3]
- Het woord gadver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Hendrik Driessen geciteerd door Lucette ter Borg“‘Kunst kopen doe ik op gevoel’” (14 september 2017) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Monique Snoeijen“We zouden dansen, gedanst hebben we” (3 mei 2014) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Wilfred Takken“Een supermarkt zo spannend als een sprookjesbos” (10 april 1998) op nrc.nl