gasdruk
- gas·druk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasdruk | |
verkleinwoord |
de gasdruk m
- de druk die een gas op voorwerpen, vloeistoffen en gassen kan uitoefenen
- Een 19-jarige jongeman uit Eindhoven heeft in de nacht van vrijdag op zaterdag een hoofdwond opgelopen nadat hij werd geraakt door een gasdrukpistool of een luchtdrukwapen. Dat gebeurde nadat hij samen met een vriend naar huis liep na een avondje uit in Eindhoven.[2]
- Na rechercheonderzoek zijn beide verdachten aangehouden. Bij de militair thuis werden drie niet van echt te onderscheiden gasdrukwapens gevonden. De militair wordt vrijdag aan de rechter-commissaris voorgeleid. Dat geldt niet voor de vrouw, maar zij blijft wel verdachte in de zaak.[3]
- de druk van het gas in een gasleiding
- Een veiligheidsmechanisme schakelde de gastoevoer automatisch uit, toen de kast werd opengebroken. Hoewel het probleem inmiddels verholpen is, en de gasdruk terug is, kan het volgens Liander zijn dat de cv-installatie bij mensen thuis het niet of niet goed doet.[4]
1. de druk die een gas op voorwerpen, vloeistoffen en gassen kan uitoefenen
- Het woord gasdruk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gasdruk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 18 nov. 2017
- ↑ de Telegraaf 18 nov. 2017
- ↑ NRC 18 nov. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be