gardsbruk

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈgɑːɾsbɾʉːk /

Woordafbreking

• gards·bruk

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden gard en bruk met het invoegsel -s-

Naar frequentie	zeldzaam

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	gardsbruk	gardsbruket	gardsbruk	gardsbruka gardsbrukene
genitief	gardsbruks	gardsbrukets	gardsbruks	gardsbrukas gardsbrukenes

Zelfstandig naamwoord

gardsbruk, o

1. (tuinieren) boerderij, landbouwbedrijf

Synoniemen

• gårdsbruk

Hyperoniemen

• landbouw

Afgeleide begrippen

• gårdbruker

Zelfstandig naamwoord

gardsbruk, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van gardsbruk

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈgɑːɾsbɾʉːk /

Woordafbreking

• gards·bruk

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden gard en bruk met het invoegsel -s-

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	gardsbruk	gardsbruket	gardsbruk	gardsbruka

Zelfstandig naamwoord

gardsbruk, o

1. (tuinieren) boerderij, landbouwbedrijf

Hyperoniemen

• landbouw

Afgeleide begrippen

• gardbruker

Zelfstandig naamwoord

gardsbruk, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van skogbruk