gangmaken
- gang·ma·ken
- samenstelling van gang zn en maken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gangmaken |
gangmaakte |
gegangmaakt |
zwak -t | volledig |
gangmaken
- overgankelijk (sport) als gangmaker optreden voor iemand
- overgankelijk (iemand) helpen bij zijn debuut
- Het woord gangmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.