Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gam·bia·man·goes·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gambiamangoeste gambiamangoesten
verkleinwoord gambiamangoestje gambiamangoestjes

Zelfstandig naamwoord

de gambiamangoestev / m

  1. (roofdieren) Mungos gambianus   roofdier uit de familie van mangoesten (Herpestidae). Ze worden ongeveer 30 tot 45 cm lang met een staart van 9 tot 23 cm en ze hebben een schouderhoogte van 8 cm. Ze wegen ongeveer 1 tot 2 kg. Ze zijn bruin-grijs van kleur
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie