Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
fusil
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Frans
1.1
Uitspraak
1.2
Woordherkomst en -opbouw
1.3
Zelfstandig naamwoord
1.3.1
Overerving en ontlening
1.4
Verwijzingen
2
Spaans
2.1
Uitspraak
2.2
Woordafbreking
2.3
Woordherkomst en -opbouw
2.4
Zelfstandig naamwoord
2.5
Verwijzingen
Frans
Uitspraak
Geluid
:
fusil
(
hulp
,
bestand
)
IPA
:
/fy.zi/
Woordherkomst en -opbouw
Ontwikkeld uit Oudfrans
foisil
,
ffuisil
, uit Volkslatijn *focilis (petra) (lett.
“vuur(steen)”
), afgeleid van
focus
“
haard
”
,
“
vuur
”
met het achtervoegsel
-ilis
.
[
1
]
enkelvoud
meervoud
zonder lidwoord
met lidwoord
zonder lidwoord
met lidwoord
fusil
le fusil
fusils
les fusils
Zelfstandig naamwoord
fusil
m
(
militair
)
geweer
wetstaal
(
verouderd
)
flint
,
vuursteen
(
militair
)
vuurstaal
, een stuk ijzer om tegen een vuursteen te slaan
(
heraldiek
)
een slankere vorm van de
losange
Overerving en ontlening
Catalaans
:
fusell
Engels
:
fusil
Nederlands
:
fusiek
Spaans
:
fusil
Verwijzingen
↑
Weblink bron
fusil
in:
Dictionnaire de l’Académie française
, 9e édition
op dictionnaire-academie.fr
Spaans
Uitspraak
Geluid
:
Bestand bestaat nog niet.
Aanmaken?
IPA
:
/ fuˈsil/
Woordafbreking
fusil
Woordherkomst en -opbouw
Ontleend aan Frans
fusil
.
enkelvoud
meervoud
fusil
fusiles
Zelfstandig naamwoord
fusil
m
(
militair
)
geweer
Verwijzingen
fusil in:
Diccionario de la lengua española
, 23e druk, op website: Real academia española