• fu·sen·tast
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fusentast     fusentasten     fusentaster     fusentastene  
genitief   fusentasts     fusentastens     fusentasters     fusentastenes  

fusentast, m

  1. (pejoratief) driftkop, fantast, heethoofd
    «Mens han levet ble han betraktet som en radikaler og en fusentast, og han var absolutt ikke persona grata blant datidens sosietet.»
    Toen hij nog leefde, werd hij beschouwd als een radicaal en een fantast, en hij was zeker geen persona grata in de toenmalige samenleving.
  2. (pejoratief) drijver, dweper, fanaat, fanaticus


  • fu·sen·tast
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fusentast     fusentasten     fusentastar     fusentastane  

fusentast, v

  1. (pejoratief) driftkop, fantast, heethoofd
  2. (pejoratief) drijver, dweper, fanaat, fanaticus