frustreren
- Geluid: frustreren (hulp, bestand)
- frus·tre·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dwarsbomen’ voor het eerst aangetroffen in 1518 [1]
- afgeleid van het Franse frustrer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
frustreren |
frustreerde |
gefrustreerd |
zwak -d | volledig |
frustreren overgankelijk [3]
- belemmeren in de verwezenlijking van zijn verwachtingen of behoeften
- dwarsbomen, verijdelen
- ▸ Van Egten eiste in de rechtszaal dat het beslag van Centric en DSS wordt opgeheven en dat Sanderink geen andere procedures meer mag beginnen om betaling van de 1,96 miljoen euro te frustreren. Bovendien wil ze volledige vergoeding van haar advocaatkosten in deze procedure. Rechter De Beaufort doet volgende week uitspraak.[4]
- Het woord frustreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frustreren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "frustreren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ frustreren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Angelique Kunst“Na elk krantenartikel lijdt Gerard Sanderinks Centric verlies: ‘We worden afgeschilderd als domme mensen’” (26-04-2022), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be