gefrustreerd
- ge·frus·treerd
- vervoeging van frustreren: de stam met omvoegsel ge- -d
vervoeging van: | frustreren… |
verbogen vorm: | gefrustreerde |
gefrustreerd
- voltooid deelwoord van frustreren
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gefrustreerd | gefrustreerder | gefrustreerdst |
verbogen | gefrustreerde | gefrustreerdere | gefrustreerdste |
partitief | gefrustreerds | gefrustreerders | - |
gefrustreerd
- (psychologie) van een persoon dat hij of zij belemmerd is de verwezenlijking van diens wensen, doelen of ambities
- De gefrustreerde leerling was ontevreden met het bepaalde rapportcijfer hij wilde eigenlijk een 10 halen.
gefrustreerd
- (psychologie) van een persoon dat hij of zij belemmerd is de verwezenlijking van diens wensen, doelen of ambities
- ▸ Ze vroeg hoe het met mij was, en begon me net te vertellen wat voor cadeaus ze had gekregen toen de lijn definitief wegviel. ‘Neeeee!’ Gefrustreerd belde ik weer, maar ook na de tweede en derde poging bleef het stil.[1]
- Het woord gefrustreerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gefrustreerd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be