frigoboxtoerist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: frigoboxtoerist (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfriɣoˌbɔkstuˌrɪst / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- fri·go·box·toe·rist
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van frigobox en toerist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frigoboxtoerist | frigoboxtoeristen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de frigoboxtoerist m
- (toerisme) eendagstoerist die geen bestedingen doet in de plaatselijke middenstand of horeca
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord frigoboxtoerist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.