• frem·tid
  • Samenstelling van de Noorse bijwoord frem en het Noorse zelfstandige naamwoord tid
Naar frequentie 3403
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fremtid     m: fremtiden
v: fremtida  
  fremtider     fremtidene  
genitief   fremtids     m: fremtidens
v: fremtidas  
  fremtiders     fremtidenes  

fremtid, m / v

  1. toekomst
  2. (grammatica) toekomende tijd
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (Nynorsk)