freatisch
- fre·a·tisch
- In de betekenis van ‘m.b.t. de grondwaterspiegel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1947 [1]
- afgeleid van het Griekse 'phreatos' (waterput) met het achtervoegsel -isch [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | freatisch | freatischer | |
verbogen | freatische | freatischere | |
partitief | freatisch | freatischers | - |
freatisch
- (waterbeheer) m.b.t. de grondwaterspiegel van onafgesloten grondwater
- Een freatische watervoerende laag.
- Het woord freatisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "freatisch" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "freatisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ freatisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be