franchisenemer
- fran·chi·se·ne·mer of fran·chise·ne·mer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | franchisenemer | franchisenemers |
verkleinwoord |
de franchisenemer m
- (economie) een ondernemer die een contract sluit met de eigenaar van een handelsnaam (de franchisegever) en zo het recht heeft om tegen betaling een zaak met die handelsnaam te exploiteren
- ▸ Franchisenemers van pizzaketen Papa John's zijn naar de rechter gestapt. Ze zeggen door de keten te zijn misleid en bedrogen, en leggen daarom beslag op ruim 4 miljoen euro van het Nederlandse hoofdkantoor.[1]
- ▸ De franchisegever moet voordat een contract wordt getekend extra informatie geven aan de franchisenemer. En franchisenemers krijgen meer zeggenschap: als een bedrijf bepaalde aanpassingen wil doen aan een formule moet een meerderheid van de franchisenemers daarmee instemmen.[2]
- Het woord franchisenemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Wessel de Jong en Lisa Schallenberg“Franchisenemers van pizzaketen Papa John's stappen naar de rechter” (20-02-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Wetten, regels en belastingtarieven: dit verandert er per 1 januari 2021” (VR 1 JANUARI 2021), NOS