• fran·chi·se·for·mu·le of fran·chise·for·mu·le
enkelvoud meervoud
naamwoord franchiseformule franchiseformules
verkleinwoord

de franchiseformulev / m

  1. (economie) bedrijfsmodel voor een zelfstandige onderneming volgens het gestandaardiseerde stramien van de overkoepelende organisatie
     De financiering van de winkel is ook rond. Er zit spaargeld in, maar ook de ijsmachineleverancier en de franchiseformule Daisy's hebben bijgedragen. De vader van Thomas staat helemaal achter de plannen. "Thomas is ondernemend en creatief. Hij is wel jong, maar een droom moet je proberen waar te maken."[1]
     De vijf formules voor speelgoed en wonen worden verkocht. Marskramer gaat door als franchiseformule, de 100 eigen Marskramer-winkels worden gesloten.[2]
     Franchiseformules hebben voor grote ketens een groot voordeel: de ondernemers dragen veel risico’s van het ondernemerschap, terwijl ze zelf vaste afdrachten ontvangen voor bijvoorbeeld de inkoop van ingrediënten en het gebruik van de merknaam.[3]
  1.   Weblink bron “Jongen van 17 start ijssalon in Veenendaal” (22-02-2016), NOS
  2.   Weblink bron “'Winkels Blokker-concern geen parels, maar er zijn vast wel kopers'” (6-05-2017), NOS
  3.   Weblink bron “Franchiseformule spreidt risico grote ketens” (26 november 2018), Reformatorisch Dagblad