fraction
- frac‧tion
- via Middelengels fraccioun, Anglo-Normandisch fraction en Oudfrans fraction van Latijn fractio "breuk"
enkelvoud | meervoud |
---|---|
fraction | fractions |
fraction
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to fraction |
he/she/it | fractions |
verleden tijd | fractioned |
voltooid deelwoord |
fractioned |
onvoltooid deelwoord |
fractioning |
gebiedende wijs | fraction |
fraction
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "fraction" herkend door:
99 % | van de Amerikanen; |
98 % | van de Britten.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
fraction | la fraction | fractions | les fractions |
fraction v