fotogeniek
- Geluid: fotogeniek (hulp, bestand)
- fo·to·ge·niek
- van het Engelse photogenic ('looking good when photographed')
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fotogeniek | fotogenieker | fotogeniekst |
verbogen | fotogenieke | fotogeniekere | fotogeniekste |
partitief | fotogenieks | fotogeniekers | - |
fotogeniek
- op foto's een voordelige indruk makend
- ▸ Ze viel mij om de hals alsof ze een camera op zich gericht wist, terwijl ze op één been op haar tenen ging staan en haar andere been fotogeniek naar achteren klapte, en zoende mij op mijn mond.[1]
1.op foto's een voordelige indruk makend
- Het woord fotogeniek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fotogeniek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 25
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be