• for·fat·ter
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Verfasser
  • Afleiding van het Deense werkwoord forfatte met het voorvoegsel for- en met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 2592

forfatter

  1. tegenwoordige tijd van forfatte
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   forfatter     forfatteren     forfattere     forfatterne  
genitief   forfatters     forfatterens     forfatteres     forfatternes  

forfatter, g

  1. (beroep) auteur, schrijver (mannelijke vorm)
  2. (beroep) schrijfster (vrouwelijke vorm)


  • for·fat·ter
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Verfasser
  • Afleiding van forfatte met het voorvoegsel for- en met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 3178

forfatter

  1. tegenwoordige tijd van forfatte
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   forfatter     forfatteren     forfattere     forfatterne  
genitief   forfatters     forfatterens     forfatteres     forfatternes  

forfatter, m

  1. (beroep) auteur, schrijver (mannelijke vorm)
    «Kjenner du forfatteren
    Ken je de auteur?
    «Han har oversatt flere polske forfattere
    Hij vertaalde een aantal Poolse schrijvers.