Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·ren·sen·taks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord forensentaks forensentaksen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de forensentaksv / m

  1. (economie) gemeentelijke belasting voor mensen die niet wonen in een bepaalde gemeente maar daar wel meer dan 90 overnachtingen per jaar hebben gehouden
     Maandag 1 oktober: Rutte en Samsom presenteren een deelakkoord. Ze hebben besloten de forensentaks, de langstudeerboete, het liggeld voor het ziekenhuis en de eigen bijdrage voor de geestelijke gezondheidszorg te schrappen. In ruil daarvoor gaat de assurantiebelasting omhoog, wordt de AOW-leeftijd versneld verhoogd en schrappen ze het vitaliteitssparen.[1]
     De assurantiebelasting wordt ruim verdubbeld (met deze maatregel werd het gat gevuld dat ontstond door het afschieten van de forensentaks).[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Chronologie kabinetsformatie” (25-10-2012), Tubantia
  2.   Weblink bron “Wat we al weten van het regeerakkoord” (29-10-2012), Tubantia