Nederlands

 
gouden fluiter (Pachycephala pectoralis)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • flui·ters
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fluiters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fluitersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fluiter
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) een geslacht Pachycephala   van zangvogels uit de familie van de dikkoppen en fluiters (Pachycephalidae  ). Het geslacht telt 48 soorten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie