westelijke zwiepfluiter

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wes·te·lij·ke zwiep·flui·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord westelijke zwiepfluiter westelijke zwiepfluiters
verkleinwoord westelijk zwiepfluitertje westelijke zwiepfluitertjes

Zelfstandig naamwoord

de westelijke zwiepfluiterm

  1. (zangvogels) Psophodes nigrogularis   een zangvogel uit de familie Psophodidae   (zwiepfluiters). Op grond van onderzoek aan het mitochondriaal DNA werd de soort opgesplitst in de westelijke zwiepfluiter en de malleezwiepfluiter
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie