Fleece kussentje en dekens, gemaakt van fleece in verschillende kleuren.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fleece
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fleece -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

fleece o/m

  1. (materiaalkunde) textiel van geruwde kunstvezels dat bij een licht gewicht toch goede warmte isoleert
enkelvoud meervoud
naamwoord fleece fleeces
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de fleecem

  1. (kleding) kledingstuk van geruwde kunstvezels dat het bovenlichaam bedekt
    • Ja, de fleece van kunststofvezel met zijn betrouwbare rits was een doorbraak. [1]
stellend
onverbogen fleece
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

fleece

  1. gemaakt van geruwde kunstvezels

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

fleece

  1. pels, vacht