Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flank·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flankspeler flankspelers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de flankspelerm

  1. (sport) speler van een sportteam die aan de zijkanten van het veld staat opgesteld
     Tegenvaller is wel het uitvallen van Leonardo Spinazzola, met een zware achillespeesblessure verliet hij vorige week het toernooi na de kwartfinale tegen België. Bondscoach Roberto Mancini heeft de onvermoeibare flankspeler voor de finale echter terug bij de groep gehaald ter bevordering van de teamgeest. "Ik hoop dat de jongens zich morgen nog negentig minuten vermaken."[1]
     Leonardo Bonucci leeft mee met de flankspeler van AS Roma. "Hij speelde een geweldig toernooi", aldus de verdediger, die benadrukt dat de Italianen ook over een sterke bank beschikken. "Wie hem vervangt, zal het net zo goed doen."[2]


Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Foden twijfelgeval bij Engelsen, Spinazzola symbolisch terug bij Italianen” (Zaterdag 10 juli 2021, 22:34), NOS
  2.   Weblink bron “Italië verder zonder uitblinker Spinazzola: 'Vervanger zal het net zo goed doen'” (Zaterdag 3 juli 2021, 00:22), NOS