financieringsmaatschappij

  • fi·nan·cie·rings·maat·schap·pij
enkelvoud meervoud
naamwoord financieringsmaatschappij financieringsmaatschappijen
verkleinwoord

de financieringsmaatschappijv

  1. financiële instelling die leningen verstrekt
    • financieringsmaatschappij: Een instelling die de volgende activiteiten verricht: - verstrekken van kredieten onder meer door geldleningen, krediet bij huurkoop- en afbetalingstransacties, doorlopend geld- en goederenkrediet (via creditcards) en het daartoe opnemen van onderhandse leningen; - verstrekken van kortlopende leningen tegen afgifte van roerende goederen als onderpand; - factoring. De instelling onderscheidt zich van een bank doordat zij geen kortlopende passiva zoals deposito’s aantrekt.[2]  
    • Op langere termijn zou het logisch zijn alle activiteiten, waaruit groenestroom certificaten voortspruiten, onder te brengen in één Vlaams energiefonds, zegt Antwerps schepen Koen Kennis (N-VA). Nu zitten die verspreid tussen twee families: de gemengde financieringsmaatschappijen en de zuivere.[3] 
    • Als de raad pas op 27 februari beslist, zoals het plan is, komt FC Twente volgens Schutrups in de problemen. Twee dagen later moet de club namelijk al een lening van 5,5 miljoen euro aflossen, die het kreeg van een Britse financieringsmaatschappij.[4]