figureren
- fi·gu·re·ren
- afgeleid van het Franse figurer of daarvoor van het Latijnse 'figūrāre' (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
figureren |
figureerde |
gefigureerd |
zwak -d | volledig |
figureren
- inergatief een rol vervullen
- inergatief optreden als figurant
- absoluut voorkomen, vermeld staan
- Hij figureerde op de moderne Nachtwacht als een van de zeven meest invloedrijke talenten van Nederland
- Het woord figureren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "figureren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be