figurant
- fi·gu·rant
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘acteur met zwijgende rol’ voor het eerst aangetroffen in 1805 [1]
- Naamwoord van handeling van figureren met het achtervoegsel -ant [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | figurant | figuranten |
verkleinwoord | figurantje | figurantjes |
- acteur die een zwijgende of onbetekenende rol vervult
- ▸ Het café zag er in al zijn exotische alledaagsheid uit als een filmcoulisse, vlak boven zijn hoofd hing een opgezet hert, schilderijen met dieren in een bergomgeving aan de gelambriseerde muren, het publiek zag eruit als figuranten in een film, sterke vrouwenarmen die overvolle dienbladen droegen met halveliterglazen bier alsof ze alleen maar melk voor de koffie rondbrachten, het geroezemoes van de vreemde taal, iemand aan een naburig tafeltje vertelde heel luid een verhaal waar hij natuurlijk geen woord van begreep maar toch om lachte toen de toehoorders in lachen uitbarstten, zich op de knie sloegen en hun schuimende bierglazen ophieven.[4]
- nietszeggend persoon
- (muziek) frontpijp van een orgel die ter versiering is aangebracht, zonder muzikale functie
- Het woord figurant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "figurant" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "figurant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ figurant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be