fietsinfrastructuur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietsinfrastructuur (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfitsɪɱfrastrʏkˌtyr / (5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈfits.ɪn.fra.strɵkˌtyːr/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.ɪn.fra.strʏkˌtyːr/
Woordafbreking
- fiets·in·fra·struc·tuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fiets en infrastructuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietsinfrastructuur | fietsinfrastructuren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fietsinfrastructuur v
- infrastructuur aangelegd voor gebruik met de fiets
- Met het nieuwe fietspad is de fietsinfrastructuur in de omgeving flink verbeterd.
Hyperoniemen
Vertalingen
1. infrastructuur aangelegd voor gebruik met de fiets
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord fietsinfrastructuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.