• fe·no·meen
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verschijnsel’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fenomeen fenomenen
verkleinwoord fenomeentje fenomeentjes

het fenomeeno

  1. een verschijnsel
    • In de Baptistenkerk aan de Hoofdweg zijn deze woensdagmorgen de groepen 6, 7 en 8 van de basisscholen De Blokstoeke en De Fontein bijeen. Want het is Dankdag voor Gewas en Arbeid. En waar in grote delen van Nederland deze christelijke feestdag een vrijwel onbekend fenomeen is geworden, wordt er hier in Westerhaar volop aandacht aan besteed. [3] 
     Fast fashion is goedkope kleding die niet lang meegaat. Het fenomeen bestaat al jaren, maar de laatste jaren maakt het echt een groei door met de opkomst van ultrafast fashion. Dat is kleding van voornamelijk Chinese onlinewinkels die in enkele dagen ontworpen en gemaakt wordt.[4]
  2. uniek verschijnsel, zeldzaam verschijnsel
  3. buitengewoon persoon
  4. iets heel bijzonders
     Het is 25 jaar geleden dat het eerste boek van Harry Potter uitkwam in het Verenigd Koninkrijk. Sindsdien is de boekenreeks uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen. In deze video zie je wat er inmiddels allemaal bij het Harry Potter-universum hoort.[5]
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]
  1. "fenomeen" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. fenomeen op website: Etymologiebank.nl
  3. Tubantia 08-11-07 Basisscholen Westerhaar vieren Dankdag
  4.   Weblink bron “Minder kleding bij de kringloop door slechte kwaliteit fast fashion” (15-10-2024), NOS
  5.   Weblink bron “Hoe Harry Potter uitgroeide tot een magische miljardenindustrie” (24 juni 2022), NU.nl
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • fe·no·meen
enkelvoud meervoud
naamwoord fenomeen fenomene

fenomeen

  1. fenomeen