Een feestmuts.
  • feest·muts
enkelvoud meervoud
naamwoord feestmuts feestmutsen
verkleinwoord feestmutsje feestmutsjes

de feestmutsv / m

  1. (hoofddeksel) vaak kegelvormig hoofddeksel dat men draagt ter gelegenheid van een feestelijke gebeurtenis
    • Toen het WikiWoordenboek de 100.000 artikelen bereikte zette iedereen zijn feestmuts op. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be