fasor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·sor
Woordherkomst en -opbouw
- afkorting van fasevector
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fasor | fasoren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
fasor
- (natuurkunde) een voorstelling van een sinusvormige functie waarvan de
amplitude ( ), de hoekfrequentie ( ), en de fase ( ) constant zijn, d.w.z. niet veranderen in de tijd.
De fasor is een complex getal, een vector in het complexe vlak vanuit de oorsprong met lengte en argument
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'fasor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.