extruderen
- Geluid: extruderen (hulp, bestand)
- ex·tru·de·ren
- uit het Latijn [1]
extruderen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
extruderen |
extrudeerde |
geëxtrudeerd |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk (techniek) een vormgevingstechniek waarbij een vervormbaar materiaal door een matrijs geperst wordt
- ▸ Het vervaardigen van afgewerkte dekzeilen voor vrachtwagens, dashboardfolies in kleine hoeveelheden en het extruderen op kleine breedte van technische folies worden voortaan beschouwd als niet-kernactiviteiten of niet-voortgezette activiteiten.[3]
- ▸ De vestiging is gespecialiseerd in het extruderen van plastic voor industriële toepassingen.[4]
1. een vormgevingstechniek waarbij een vervormbaar materiaal door een matrijs geperst wordt
- Het woord extruderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ extruderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron dgs“Sioen gaat activiteiten afstoten” (31/03/2010), De Standaard
- ↑ Weblink bron jta“Eaton wil vestiging in Gembloers sluiten” (06/02/2013), De Standaard