extraño

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• ex·tra·ño

enkelvoud	meervoud
extraño	extraños

Zelfstandig naamwoord

extraño m

1. vreemdeling, vreemde

Verwante begrippen

• extraña, extrañado, extrañamente, extrañamiento, extrañar, extrañarse, extrañeza

Synoniemen

• [1] raro

Verwijzingen

• extraño in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española

	enkelvoud	meervoud
mannelijk	extraño	extraños
vrouwelijk	extraña	extrañas

Bijvoeglijk naamwoord

extraño

1. raar, vreemd, eigenaardig
2. buitenlands

Werkwoord

vervoeging van
extrañar

extraño

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van extrañar