Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • even·wichts·ge·voel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord evenwichtsgevoel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

evenwichtsgevoel o [1]

  1. het vermogen van een organisme om lineaire versnelling en rotatie van zijn hoofd (of kop) waar te nemen
     Ik had een opvallend goed evenwichtsgevoel als kind.[2]
     Dat Hirscher een groot talent is op de ski's bleek al vroeg. Toen hij twee jaar was stond hij voor het eerst op ski's. Vooral het evenwichtsgevoel van zoon Marcel was uitzonderlijk, volgens vader Ferdinand, die nog altijd zijn coach is. Samen ontwikkelden ze de skitechniek van Hirscher, wiens durf, nauwkeurigheid en efficiënte manier van skiën door vriend en vijand worden geprezen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Terugblik 2013: Marcel Hirscher” (29-12-2013), NOS