etiologie
- etio·lo·gie
- van Frans étiologie van Oudgrieks αἰτιολογία (aitiología) "bewijsvoering", op te vatten als gevormd uit αἴτιος "veroorzakend, schuldig" (aítios) met het achtervoegsel -logie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | etiologie | - |
verkleinwoord | - | - |
de etiologie v
- (medisch) onderdeel van de pathologie dat zich bezighoudt met de oorzaken van ziekten
- ▸ Bij de etiologie kijk je naar de persoonlijke ziektegeschiedenis, naar psychische en sociale factoren, die op hun beurt weer van invloed zijn op het biologische substraat.[2]
- leer van de oorzaken
- ▸ Niet iedereen zal weten wat een ‘bijna pathologische hypermnesie’ of een ‘etiologie van de terreur’ is – soms staan er wel drie van deze termen op één bladzijde.[3]
- aetiologie (officiële spelling tot 1996)
1. onderdeel van de pathologie dat zich bezighoudt met de oorzaken van ziekten
- Het woord etiologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "etiologie" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ etiologie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Pety de Vries“H.M. van Praag over de wildgroei van de DSM; 'We zijn bij de indeling van ziekten veel te snel van stapel gelopen'” (23 april 1992) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Wil Rouleaux“Wie slachtoffer is, blijft het” (28 januari 2011) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be