eruit
- er·uit
- samenstelling van er en uit
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | uit | |
persoonlijk | eruit | |
aanwijz. | nabij | hieruit |
veraf | daaruit | |
vragend/betrekk. | waaruit |
(scheidbaar)
eruit
eruit
- eruit kunnen komen
tot overeenstemming kunnen komen
- het harde woord moet eruit
de vervelende waarheid moet gezegd worden
- zo komt het luie zweet eruit
iemand werkt harder dan hij normaal doet
- Het woord eruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eruit" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be