Reclamebord een ersatz/surrogaat
  • er·satz
enkelvoud meervoud
naamwoord ersatz
verkleinwoord

de ersatzm

  1. (minderwaardig) middel om het oorspronkelijke te vervangen
     Dat is als cichorei in oorlogstijd: lekker voor even, maar ersatz bij gebrek aan echte koffie.[3]
     In het dagelijks leven organiseert Gabrielle feesten en evenementen, alles wat ‘verleidt, straalt en net zo hard weer verdwijnt als dat het gekomen is’. Ze verdient haar geld met alles wat ‘een geur van vluchtigheid achterlaat, een ersatz van een andere wereld’.[4]
29 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ersatz op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Geert Maes
    “Beurzen zijn geen massa-evenementen’” (25 mei 2020) op knack.be
  4.   Weblink bron
    Margot Dijkgraaf
    “Veel, veel, vlug, vlug, nu en nu” (1 augustus 2014) op nrc.nl  
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be