ersatz
- er·satz
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ersatz | |
verkleinwoord |
de ersatz m
- (minderwaardig) middel om het oorspronkelijke te vervangen
- ▸ Dat is als cichorei in oorlogstijd: lekker voor even, maar ersatz bij gebrek aan echte koffie.[3]
- ▸ In het dagelijks leven organiseert Gabrielle feesten en evenementen, alles wat ‘verleidt, straalt en net zo hard weer verdwijnt als dat het gekomen is’. Ze verdient haar geld met alles wat ‘een geur van vluchtigheid achterlaat, een ersatz van een andere wereld’.[4]
1. (minderwaardig) middel om het oorspronkelijke te vervangen
- Het woord ersatz staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ersatz" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ersatz op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Geert Maes“Beurzen zijn geen massa-evenementen’” (25 mei 2020) op knack.be
- ↑ Weblink bron Margot Dijkgraaf“Veel, veel, vlug, vlug, nu en nu” (1 augustus 2014) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be