errond
- er·rond
- samenstelling van er en rond
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | rond | |
persoonlijk | errond | |
aanwijz. | nabij | hierrond |
veraf | daarrond | |
vragend/betrekk. | waarrond |
errond
- (in België, Zuid-Nederland) rond+het, rond+ze
- De regeling errond was niet goed uitgewerkt.
- Het is dus niet zo dat we het schilderij al hebben ingepakt met een mooie strik errond.
1. rond+het, rond+ze
|
- Het woord errond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.