waarrond
- waar·rond
- samenstelling van waar en rond
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | rond | |
persoonlijk | errond | |
aanwijz. | nabij | hierrond |
veraf | daarrond | |
vragend/betrekk. | waarrond |
waarrond
- vragend: om wat heen?, om wie heen?
- Waarrond zie je dat de persoon wantrouwig of angstig geworden is? [1]
- betrekkelijk: waaromheen, om wie
- Het zwaartepunt is het punt waarrond alles zich evenwichtig ordent.
- Het woord waarrond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waarrond" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Cockx, FrankBiografisch leren van homoseksuelen in pedagogisch perspectief Studia paedagogica (2004) Uitgeverij Leuven University Press, Leuven; ISBN 9789058674142; p. 90
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be