ernaar
- er·naar
- samenstelling van er en naar
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | naar | |
persoonlijk | ernaar | |
aanwijz. | nabij | hiernaar |
veraf | daarnaar | |
vragend/betrekk. | waarnaar |
(scheidbaar)
ernaar
- vervangt *naar+ het, naar + ze
- De verwijzing ernaar is niet erg duidelijk weergegeven.
- Hij keek ernaar.
- Hij keek er even naar.
- ▸ Het is een goed begin en ik kijk ernaar uit om meer vormen te vinden om meer te doen met minder, en zuiniger te leven.[1]
- Het woord ernaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ernaar" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be