Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·der·mis
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘opperhuid’ voor het eerst aangetroffen in 1663 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'derma' (huid) met het voorvoegsel epi- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord epidermis epidermissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de epidermisv / m [3]

  1. (biologie) opperhuid
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen