engelenkoor
- Geluid: engelenkoor (hulp, bestand)
- en·ge·len·koor
- samenstelling van engel en koor met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | engelenkoor | engelenkoren |
verkleinwoord | engelenkoortje | engelenkoortjes |
het engelenkoor o
- (muziek) een koor van engelen
1. een koor van engelen
- Het woord engelenkoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.