endogamie
- en·do·ga·mie
- van Engels endogamy, in 1865 door de 19e-eeuwse Schotse antropoloog J.F. McLennan gevormd uit Oudgrieks ἔνδον (éndon) "binnenin" en γάμος (gamos) "huwelijk" met het achtervoegsel -y [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | endogamie | - |
verkleinwoord | - | - |
de endogamie v
- (sociologie) gewoonte of norm in een groep dat een huwelijkspartners elkaar binnen die groep vinden
- ▸ De onderzoekers zijn van mening dat de grote genetische diversiteit van de Indiërs bleef bestaan als gevolg van endogamie. In het traditionele kastenstelsel werd (en wordt) alleen getrouwd binnen de eigen groep.[3]
- Het woord 'endogamie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ endogamie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “endogamy (n.)” op etymonline.com
- ↑ Weblink bron Dirk Vlasblom“Indiërs zijn genetisch veel diverser dan alle Europeanen samen” (26 september 2009) op nrc.nl