• en·do·ga·mie
enkelvoud meervoud
naamwoord endogamie -
verkleinwoord - -

de endogamiev

  1. (sociologie) gewoonte of norm in een groep dat een huwelijkspartners elkaar binnen die groep vinden
     De onderzoekers zijn van mening dat de grote genetische diversiteit van de Indiërs bleef bestaan als gevolg van endogamie. In het traditionele kastenstelsel werd (en wordt) alleen getrouwd binnen de eigen groep.[3]
  1. endogamie op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “endogamy (n.)” op etymonline.com
  3.   Weblink bron
    Dirk Vlasblom
    “Indiërs zijn genetisch veel diverser dan alle Europeanen samen” (26 september 2009) op nrc.nl