• exo·ga·mie
enkelvoud meervoud
naamwoord exogamie -
verkleinwoord - -

de exogamiev

  1. (maatschappij) gewoonte om buiten de stam te huwen, of: de gewoonte of regel, binnen een cultuur of maatschappij, om te trouwen met iemand van buiten de eigen groep (gezin, familie, clan)
    • Deze huwelijksstelsels vinden wij dan ook vrij geregeld gepaard gaan met een verbod om in den eigen stam te trouwen: men spreekt dan van exogamie.[3] 
45 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[4]