• en·de·mie
enkelvoud meervoud
naamwoord endemie endemieën
verkleinwoord

de endemiev

  1. (medisch) het continu voorkomen van een besmettelijke ziekte onder een bepaald deel van de bevolking, zonder dat de ziekte zich verder verspreidt
    • Endemieën worden gevaarlijk als de infectie, door bijvoorbeeld besmetting van toeristen, toch terechtkomt in een gebied waar hij tot dusver onbekend was. 
67 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[2]