empirisch recht
- Geluid: empirisch recht (hulp, bestand)
- IPA: / ɛmˈpiris ˈrɛxt / (4 lettergrepen)
- em·pi·risch recht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | empirisch recht | [1]: empirische rechten |
verkleinwoord | - | - |
de empirisch recht v
- (juridisch) iets waar mensen vanzelfsprekend aanspraak op maken
- In onze tijd heeft wat Kant beschrijft als bezoekrecht en recht om door landen te reizen een transformatie ondergaan. Het bezoekrecht blijft in onze tijd gebaseerd op het argument van kosmopolitisme, met dat verschil dat het een empirisch recht is geworden dat elk modern, vrij individu zichzelf aanmeet. [1]
- (juridisch) de manier waarop rechtvaardigheid in de praktijk vorm krijgt
- Van een metafysische scheiding tussen empirisch recht en een natuurrecht kan geen sprake zijn. Slechts in en door het positieve recht komt de algemene modale structuur van het recht tot ons en is zij vatbaar voor theoretisch onderzoek. [2]
- Het woord 'empirisch recht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Welten, R.Het ware leven is elders: filosofie van het toerisme (2013) Klement, Zoetermeer; ISBN 9789086871193; hfst. Gastvrijheid als gift en als claim; geraadpleegd 2018-12-12
- ↑ Eikema Hommes, H.J. van"Karl R. Poppers wetenschappelijke methode en haar betekenis voor de rechtswetenschap" in: Nederlands Juristenblad jrg. 56 nr. 44 (12 december 1981) W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle; p. 1179 kol. 1; geraadpleegd 2018-12-12