• eind·di·plo·ma
enkelvoud meervoud
naamwoord einddiploma einddiploma's
verkleinwoord

het einddiplomao

  1. (onderwijs) bewijs dat men een opleiding met goed gevolg heeft voltooid
     Tussen de twee concerten doen twee andere studenten van Carillon Instituut Nederland examen voor het einddiploma ”Substantial Carillon-degree”, dat gelijkstaat aan het niveau bachelor.[2]
     Sinds halverwege de jaren negentig zitten er meer meisjes dan jongens op het vwo. Ook op de havo rukken de meisjes op. Inmiddels verlaten beduidend meer meisjes dan jongens havo en vwo met een einddiploma.[3]
     Reba Williams zegt dat zij van haar school in Ohio nooit een einddiploma heeft gekregen, omdat zij weigerde een door haar leraar opgedragen laatste boek te lezen. Zij had het boek al een keer gelezen en weigerde dat nog eens te doen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Examens Carillon Instituut Nederland vanaf Dordtse toren” (28 september 2011), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron
    L. Vogelaar
    “Jongens op achterstand in onderwijs” (26 juni 2012), Reformatorisch Dagblad
  4.   Weblink bron “Amerikaanse (106 jaar) krijgt alsnog schooldiploma” (28 februari 2013), Reformatorisch Dagblad