effectenportefeuille

  • ef·fec·ten·por·te·feuil·le
enkelvoud meervoud
naamwoord effectenportefeuille effectenportefeuilles
verkleinwoord

de effectenportefeuillem

  1. (economie) lijst van de waardepapieren die een investeerder in bezit heeft
     Het Assink Lyceum in Twente en de Achterhoek verloor vorig jaar op de eigen effectenportefeuille maar liefst een paar ton. Die duizenden euro's waren eigenlijk bedoeld om onderwijskundige zaken te betalen.[2]
     In 2013 vult de Belastingdienst ook het spaarsaldo en de waarde van de effectenportefeuille al vast in op het aangifteformulier.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Marthy Rothe
    “Het Assink speculeert en verliest paar ton” (12-01-2010), Tubantia
  3.   Weblink bron “Belastingdienst vult nog meer vooraf in” (02-03-2011), Tubantia