eenzijdig wintergroen

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • een·zij·dig win·ter·groen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eenzijdig wintergroen eenzijdige wintergroenen
verkleinwoord eenzijdig wintergroentje eenzijdige wintergroentjes

Zelfstandig naamwoord

het eenzijdig wintergroeno

  1. (bloemplanten) Orthilia secunda   een groenblijvende, half-struikachtige, vaste plant, die behoort tot de heidefamilie (Ericaceae  ). Het is een plant van schaduwrijke plekken in duinen en bossen. Eenzijdig wintergroen komt van nature voor in Eurazië. Vroeger kwam de plant voor in de wassenaarse duinen en in de bossen bij Hummelo   en weert. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst planten   als in Nederland niet meer aanwezig
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie