Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • een·heids·vec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eenheidsvector eenheidsvectoren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de eenheidsvectorm

  1. (wiskunde) een vector, waarvan de norm (grootte) gelijk is aan 1

Gangbaarheid

Meer informatie